Historiek van de Brugse Klokkenspelvereniging

Avant la lettre

De 19e eeuw was een bloeiperiode voor de Brugse beiaard, onder meer dankzij het opkomende toerisme uit Engeland. In 1911 werd in Brugge een internationale beiaardwedstrijd georganiseerd en in 1913 startte een heuse beiaardopleiding aan het Stedelijk Muziekconservatorium -wat eerder was dan de start van de wereldbefaamde beiaardschool van Mechelen.

Na de 1e Wereldoorlog bewoog er duidelijk iets in het gehele beiaardlandschap. De Nederlands-Belgische Algemene Klokkenspelvereniging, nochtans doordrongen van de Groot-Nederlandse Gedachte, kreeg een Noord-Nederlandse en een Zuid-Nederlandse afdeling; elk met zijn eigenheid, zowel wat het repertoire als de speelwijze betrof. In 1921 werd de Zuidelijke afdeling, met als voorzitter Emiel Hullebroeck, omgedoopt tot 'Onze Beiaarden - Nos Carillons' om te vermijden Belgisch genoemd te worden.

De oprichting van de Brugse Klokkenspelvereniging

‘Onze Beiaarden’ stuurde al gauw een rondschrijven met niet enkel de vraag naar alle mogelijke gegevens over beiaard, klokken, klokkengieters, beiaardiers, leerling-beiaardiers, programma’s… maar ook met de dringende vraag om een lokaal comité op te richten. In dat comité zou ook het gemeentebestuur moeten zetelen, naast de voor kunst en geschiedenis verantwoordelijke stadsadministratie en de handelswereld.

Tegen die tijd was er al het ‘Brugge-Beiaard propaganda komitee’ met vooraanstaande leden uit de politiek en de kunstwereld, waaronder toenmalige stadsbeiaardier Antoon Nauwelaerts en componist Joseph Ryelandt. Dit comité was opgericht om zowel bij het stadsbestuur als de horeca voor de beiaardier morele en voor de beiaard materiële steun los te weken.

Neem daarnaast de blijvende toeristische toestroom van Britten die aan de kust verbleven en de geïnteresseerde Bruggeling zelf die op de zomeravonden graag kwamen luisteren naar het beiaardspel en er was reden genoeg voor het ‘Brugge-Beiaard propaganda komitee’ om in actie te komen. Na lange, rokerige voorbereidingen in het bovenzaaltje van café La Belle Vue (hoek Steenstraat en Markt), waar niet enkel de woorden vloeiden, werd uiteindelijk op dinsdag 28 februari 1922 de feitelijke  stichtingsvergadering belegd in de Stadshallen. Het zou evenwel tot 1926 duren vooraleer de officiële naam ”Brugsche Klokkenspelvereeniging” aangenomen werd.

In 100 jaar verandert veel, veel verandert niet in 100 jaar.

De Brugse Klokkenspelvereniging en Brugge

De Brugse beiaard is letterlijk en figuurlijk verbonden met hét symbool van de stad, de Halletoren en  wordt ook wel ‘de stem van Brugge’ genoemd. Stad Brugge stelt sedert de 16e eeuw een ambtenaar-beiaardier aan die op geregelde tijdstippen de toren beklimt om met zijn bespelingen de stad muzikale kleur te geven. Niettemin blijkt dat 100 jaar geleden “de beiaardier bij de stedelijke administratie nogal moeilijk gehoor kon vinden” voor bijvoorbeeld noodzakelijke reparaties of onderhoud van de beiaard. De installatie van de Brugse Klokkenspelvereniging heeft daar merkbaar verbetering in gebracht. De aanwezigheid van schepenen op de vergaderingen van de beginperiode verklaart waarschijnlijk veel. Meer nog, het schepencollege was ‘van rechtswege’ vertegenwoordigd in het bestuur… hoewel de vereniging omwille van praktische omstandigheden nooit zijn ‘standregels’ heeft ingediend voor het Belgisch Staatsblad en eigenlijk een feitelijke vereniging bleef.
De stad voorzag van in den beginne toelagen, vaak echter in rechtstreekse evenredigheid met de heersende socio-cultureel-economisch financiële toestanden.

Op vandaag is de ‘Brugse Klokkenspelvereniging’ een vereniging zonder winstgevend doel (vzw), met als missie de beiaard actief te promoten naast de ambtelijke opdracht van de stadsbeiaardier. Het stadsbestuur is niet meer ’van rechtswege’ vertegenwoordigd in het bestuur, maar blijft een belangrijke subsidiërende instantie, via zijn geëigende culturele diensten. Het bestuur prijst zich gelukkig dat de betrokkenheid van de huidige schepen warm en stimulerend is, met een blik vooruit.

De Brugse Klokkenspelvereniging en de Middenstand

100 jaar geleden trokken de beiaardconcerten een massa volk : “…hoe talrijk de vreemdelingen die aan de kust verbleven opzettelijk ’s avonds naar Brugge kwamen om den beiaard te hooren” en “gehele drommen auto’s brachten ze aan”. De Brugse Klokkenspelvereniging liet dan ook niet na om voor haar programmaboekje per seizoen adverteerders te zoeken in de omliggende druk bezochte horeca, handelszakenzaken en reisagentschappen. Sommige adverteerders moesten wel regelmatig aan hun verplichtingen worden herinnerd door de punctuele secretaris van de vereniging… . Twee leden van het handelsgebuurtecomité werden in 1933 opgenomen in het bestuur.
Zetelt het handelsgebuurte nu niet meer in het bestuur, het blijft een wederzijds zoeken naar elkaar. De meeste avondconcerten vinden eerder laat op de avond plaats, om de beiaardliefhebber de kans te geven vooraf bij de plaatselijke horeca te tafelen. Wederkerig blijft de Middenstand een belangrijke sponsor van de Brugse Klokkenspelvereniging.

De Brugse Klokkenspelvereniging en het muzikale prerogatief van de beiaardier, zijn koninklijk recht

Hoog in zijn toren lijkt een beiaardier ongenaakbaar. Hij kiest uit zijn vaak immens repertoire en weinigen zullen de trappen trotseren om te komen klagen “dat er soms muziek wordt uitgevoerd die heelemaal niet geschikt is” of “dat de programma’s aan de Vlaamsche muziek en aan de volksliederen het leeuwenaandeel moeten geven” of “dat er nog teveel operabewerkingen en andere onbenulligheden plaats vinden op het programma”. Afgaande op het Verslagboek 1922-1939 beroerde het repertoire de gemoederen dus duidelijk.
Tegenwoordig speelt de beiaardier niet uit een ivoren toren. Hij ziet het grote en kleine wereldgebeuren onder zich en kiest voor een repertoire dat daarop inspeelt. Het overlijden van een bekende muzikant of schrijver, een feestdag, het Eurosongfestival, Allerheiligen, de recente lockdown… . De Klokkenspelvereniging plant daarnaast jaarlijks meerdere zogeheten ‘beiaardplus-concerten’ met ruime muzikale inslag uit binnen- en buitenland, uit de klassieke wereld, uit de blaasmuziek, de folk of jazz.


Ondanks de praktische beperkingen van toen waren er tussen de twee wereldoorlogen geregeld gezamenlijke concerten van de beiaard met koor of eerder toevallige samenwerkingen met bijvoorbeeld de torenzanger Verlini of de Vlaamse operazanger Arnold De Munnynck, met een jachthoorn of Thebaanse trompetten ensemble. Ook was er al de goede gewoonte om gastbeiaardiers voor concerten naar Brugge uit te nodigen.
Dat het beiaardrepertoire nu uit zijn muzikale oevers kan treden is enerzijds te danken aan de huidige ‘state of the art’ op het gebied van digitalisering. Een concert kan niet alleen met klank én beeld uitgezonden worden vanuit de beiaardkamer hoog in de toren, in de beiaardplus-concerten kunnen de verschillende muziekinstrumenten in de nodige balans gehouden worden. Anderzijds kan de beiaardier naast zijn torenbeiaard sedert enkele jaren spelen op het Keerman-Carillon (49 klokken!), wat een geheel nieuwe dimensie betekent. Deze beiaard is immers verplaatsbaar en kan op de meest diverse locaties opgesteld worden, zelfs tot op een podium. Zowel het handen- en voetenklavier als de bronzen klokken staan nu in het aanschijn van het publiek.

Korte historiek

In de aanloop van de Tweede Wereldoorlog vielen de activiteiten van de Klokkenspelvereniging stil en na de oorlog bleek heropstarten moeilijk. De vroegere bestuursleden waren een dagje ouder en uiteindelijk bleef enkel de secretaris Charles Pintelon over. Hij probeerde nog de vereniging nieuw leven in te blazen, maar de politiek, de horeca, noch de reisagentschappen hadden verdere interesse. Luidde d’ Endeklokke voor de Brugse Klokkenspelvereniging, gelukkig niet voor de beiaardier. Dan mocht de beiaard blijven spelen, vanwege de ambtelijke opdracht.


In 1981 toonde het Comité voor Initiatief, onder meer de organisator van De Gouden Boomstoet, belangstelling om iets te ondernemen omtrent de Brugse beiaard. In de rand van het afscheid van toenmalige stadsbeiaardier Eugeen Uten en ter gelegenheid van zijn eigen 25-jarig bestaan richtte het Comité een beiaardfestival in. Daaropvolgend in 1984 de tentoonstelling Belfort en Beiaard  in het Provinciaal Hof en in het verlengde daarvan verscheen de publicatie Brugge, Belfort en Beiaard.  In 1987 schonk het Comité nog een nieuw beiaardklavier ter herinnering aan het Dumery-jaar (1715-1787).

Ook in 1987, op 26 maart om 20.u30 om precies te zijn, werd in de Gotische zaal van het Stadhuis de nieuwe Brugse Klokkenspelvereniging opgericht met als voorzitter Robert Dooms. (afbeelding3)
De vernieuwde Brugse Klokkenspelvereniging organiseerde meteen gastconcerten,  wedstrijden, ‘duplex-concerten’ in combinatie met andere vormen van kunst zoals ballet, voordracht, muziekensembles of mime, hield lezingen, organiseerde in 2010 een beiaardweekend ter gelegenheid van het stadsfestival ‘Brugge Centraal’ en gaf tot 2017 zijn tijdschrift De Triomfclocke uit.
De vereniging was medestichter van Eurocarillon (1994 - 2016), een associatie van Europese beiaardsteden (Brugge, Barcelona, Praag… ) met als doel in elke betrokken stad een beiaardfestival te organiseren waar de beiaardiers in uitwisseling konden concerteren op de lokale beiaarden.
In 2014 was de klokkenspelvereniging onder de drijvende kracht van stadsbeiaardier Frank Deleu medeorganisator van het Brugse luik van het 18e Beiaard Wereldcongres Brugge-Antwerpen van de Beiaard Wereldfederatie.

In 2018 nam Robert Dooms eervol ontslag als voorzitter en werd vrij kort daarop bij hoogdringendheid opgevolgd door René Keerman.

De Brugse Klokkenspelvereniging en haar ambities anno 2025

De Klokkenspelvereniging is ambitieus en zoekt steeds nieuwe initiatieven, met alvast een nieuw logo als begin van een nieuwe huisstijl. Om de Bruggeling meer bewust te maken van zijn eigen klokken-rijkdom richt de vereniging zich graag rechtstreeks tot hem. Niet enkel door zijn concertorganisatie extra in de verf te zetten, maar ook met zijn elektronische nieuwsbrief, door jaarlijks woonzorgcentra te vergasten op een concert op het mobiele Keerman-Carillon, door zijn steentje bij te dragen in de herwaardering van de beiaard van het Groot Seminarie en in zijn ambitie het om het gehele Brugse klokkenpatrimonium in kaart te brengen. Nieuw sedert de lockdownperiode is de livestreaming van het beiaardspel via de facebookpagina van de vereniging. Sympathieke reacties komen niet enkel uit het Brugse, maar ook uit Duitsland, de VS of Italië.

Uiteraard worden de intussen klassiek geworden bespelingen en concerten met de beiaard voortgezet. Elke woensdag, zaterdag en zondag is er bespeling van 11.00u tot 12.00u. Van half juni tot half september zijn er op maandagen en woensdagen avondconcerten, zijn er bijkomend beiaardplus-concerten waarbij een solist of een ensemble in dialoog treedt met de beiaard. Daartoe staat een stoel voor u klaar op de binnenplaats van de Hallen.

De Brugse Klokkenspelvereniging kan rekenen op de steun van Stad Brugge in het algemeen, op die van cultuurschepen Nico Blontrock in het bijzonder en op partnerschap van bijvoorbeeld het Cultuurcentrum, het Concertgebouw, het Airbag-festival, de Bach Academie, het MA-festival, de Erfgoedcel, …

Wie graag de vereniging wil steunen kan dit doen op genotvolle wijze via haar jaarlijkse ‘Champagne-project’. Kwaliteitschampage ‘Yves Delporte’ wordt te koop aangeboden, met etiket én genummerde capsules eigen aan de Brugse Klokkenspelvereniging. Voor 2024 en 2025 is het thema ‘mantelzorg’ gekozen: op de capsules staan de schilden van Brugse ambachten zoals die afgebeeld staan op de beiaardklokken.

 

Een buitenbeentje: Voetluiden

Onder impuls van Martin Formesyn, medestichter van vernieuwde de Brugse Klokkenspelvereniging, dienden de West-Vlaamse Gidsenkring, het Brugse Vrije en de Handelsgebuurtekring Smedenstraat en ‘t Zand in 1987 een voorstel in om een Dumery-Memorial op te richten. De klokkengieterij van Joris Dumery bevond zich indertijd kortbij de vesten tussen Smedenpoort en Boeveriepoort en zo viel de keuze voor de plaats van het monument op het pleintje in de Boeveriestraat, dat meteen de naam Joris Dumeryplein kreeg.
De ‘werkloze’ Brugse brandklok werd opgehangen in een kopie van haar originele klokkenstoel van het belfort en het monument kon onthuld worden op 29 september 1988. Het luiden gebeurt op zowel een heel originele manier als op de originele manier: de luider staat bovenop de klokkenstoel en duwt de klok met de voet. Paul Vanden Abeele (bestuurslid) was de eerste en gedurende 27 jaar enige ‘voetluider’, hoewel hij zich liever de titel ‘klokkenstamper’ toe-eigent. De klok wordt door de voetluiders van de  Klokkenspelvereniging nog steeds geluid voor speciale gelegenheden zoals de opening of het slot van het beiaardseizoen, de beiaardplus-concerten, met 1 november of Pasen, voor het loopevenement 'Dwars door Brugge', ter gelegenheid van het eerbetoon aan de zorgverleners, …